Landschap in wording

De natuur en het landschap in Waterland zijn in de loop van tien eeuwen door mensenhanden gemaakt. Het is een cultuurlandschap. In het begin is het een veengebied met nog aardig wat bomen en bossen. Na de ontginning, die begint rond het jaar 1000, is het eerst een gebied vol akkerbouw. Als het veen begint in te klinken als gevolg van de bewoning ontstaat het veenweidelandschap dat zo typerend is voor Waterland.
Om het ingeklonken land droog te houden worden dammen en dijken aangelegd, eerst door individuele boeren, maar vanaf de veertiende eeuw door waterschappen. In de vorige eeuw zorgt de ruilverkaveling voor een betere ontsluiting van weilanden voor het boerenbedrijf en stelt de zorg voor natuur en recreatie weer nieuwe eisen aan het behoud van het unieke veenweidelandschap.

Copyright Peter Elenbaas

Kaart van de oer-Die die stroomt van Amsterdam naar Uitdam (naar Bas Kok: Oerknal aan het IJ)

Ontstaan en naamgeving

Holysloot is oud. Hoe oud weet niemand precies.
Maar volgens Bas Kok ouder dan Amsterdam. Die stad is ooit begonnen als nederzetting door mensen die vanuit Waterland het Die opvoeren. Het Die ontspringt in zijn reconstructie van het landschap rond 1000 na Chr. op de plek waar nu de Munttoren staat. Het Oer-IJ moet dan nog ontstaan.
De oorspronkelijke bewoners van Holysloot komen naar alle waarschijnlijkheid uit West-Friesland of Friesland. Zij komen met bootjes over het Almere of Flevomeer, dan nog een groot binnenmeer waaruit in 1170 na de Allerheiligenvloed, na een grote dijkdoorbraak, de Zuiderzee is ontstaan.

Taalkundigen hebben wel gedacht dat Holysloot afkomstig zou zijn van het woord hooilede of hooilie, een water waarlangs hooi werd vervoerd.
Een andere mogelijkheid wordt gesuggereerd door oude akten waarin Holysloot Hollesloot wordt genoemd, of Holsloot. ‘Hol’ betekent laagliggend. Holsloot is dus een sloot door laag, moerassig land. Y betekent water. Holysloot is dan een sloot door moerassig land uitkomend in de Y.
Holysloot ligt aan een water dat oorspronkelijk Y heette, uitgesproken als ie, met een lidwoord: de Y. Dat werd later samengetrokken tot Die en men ging spreken van het Die.

Het landschap van oorsprong

Wat voor landschap troffen die eerste bewoners van Holysloot en Waterland hier eigenlijk aan? In de beschrijving van de fietsroute Rondom Watergang- route van het recreatieschap Laag Holland wordt dit beeldend beschreven: In de vroege middeleeuwen (500-800 na Chr.) is zo een veenpakket van 7 à 8 meter dik gegroeid achter de strandwal. Het gebied watert af via veenstroompjes die zich verenigen tot kleine riviertjes.

De archeoloog Jurjen Bos verwijst naar een kaart met een reconstructie van het natuurlijke landschap, kort voor de ontginning van Waterland-Oost (tiende eeuw). Die kaart geeft aan dat het veen zich nog uitstrekt tot ver in het Almere, het grote binnenmeer, gevormd voor het jaar 1000, voordat in 1170 de Zuiderzee ontstaat door de Allerheiligenvloed.
De uitzonderlijke droogte in de tiende eeuw droogt de bovenste laag van het veen uit en het gebied wordt beter begaanbaar. Rond het jaar 1000 trekken de eerste ontginners met kleine bootjes via de veenrivieren het gebied binnen.

Reconstructie van het natuurlijke landschap kort voor de ontginning

De bewoning van het veenlandschap , en met name de akkerbouw (graan) , heeft een diepe ontwatering nodig. Doordat er water uit het veen wordt onttrokken, neemt het in volume af. De plantenresten die in aanraking komen met de lucht vergaan alsnog. Het gevolg is daling van het maaiveld of een inklinking van de bodem. De schattingen lopen wat uiteen maar Bos gaat uit van een minimale maaivelddaling van een halve meter per eeuw.
Die bodemdaling heeft nog een veel ernstiger gevolg. De zee krijgt vrij spel, vooral als in 1170 de Zuiderzee ontstaat als gevolg van een grote doorbraak in de duinenrij ten noorden van Den Helder. Grote stukken land aan de oostkant worden weggeslagen als het Almere wordt omgevormd tot Zuiderzee. Marken wordt een eiland. Het water dringt via de riviertjes Waterland binnen en slaat delen van de oevers weg.

De bemaling van Waterland

De Waterlandse Zeedijk houdt het zeewater vanaf het einde van de dertiende eeuw zo veel mogelijk tegen.
In de eerste eeuwen na de aanleg van de Waterlandse Zeedijk wordt het overtollige regenwater afgevoerd door een groot aantal ebsluisjes in de dijk. Bij laag water buitendijks gaan deze sluisjes door de druk van het binnenwater open en vloeit het binnenwater naar buiten. Bij opkomende vloed drukt de Zuiderzee de sluisjes dicht. Dat blijft goed werken zolang de waterstand binnendijks hoger is dan die in de Zuiderzee. Maar door de inklinking van het land en de maaivelddaling staan met name in de winter grote delen onder water. Het water kan niet meer weg door de ebsluisjes, behalve in de zomer.
Aan de andere kant van Waterland loopt bovendien het water ook nog over de kaden van de nog niet drooggelegde Wormer en Beemster.

Nieuw waterpeil voor Waterland
In 1649 wordt het besluit genomen om het waterpeil in Waterland 1 voet (0,278 m.) onder de laagst gelegen landerijen te houden. Daartoe worden acht molens gebouwd. Vier bij de Poel vlakbij Monnikendam en vier bij de Rijpersluis tussen Holysloot en Uitdam.
Uit het kaartbeeld blijkt dat er vijf molens hebben gestaan: vier aan de Noordkant van de Rijperkolk en een aan de Zuidwestkant van de kolk. De molens vormen geen molengang maar zijn naast elkaar geplaatst om het water vanuit de Uitdammer Die en de Gerritsloot over te slaan op een boezemwater: de Rijperkolk.

Stoomgemaal Rijperkolk

Trots poseren dijkgraaf, machinist en stoker bij de vernioeuwde Rijperkolk

In 1875 is een stoomgemaal gebouwd. Het gemaal heeft twee stoommachines die elk een scheprad aandrijven aan weerskanten van het gebouw. In 1910 krijgt het gemaal nieuwe schepraderen. Trots poseren de dijkgraaf, de machinist en de stoker bij de vernieuwde Rijperkolk.
Het stoomgemaal heeft slechts kort dienstgedaan. In 1916 zijn bij de grote watersnood de machines dolgedraaid. De machinist zou in die nacht het stoomgemaal zo hard hebben laten werken om het binnendringende water weer uit de polder te malen, dat de machines defect raken en de machinist gek is
geworden.

Natuurontwikkeling en recreatie

In 1971 gaat de Amsterdamse raadscommissie voor de Publieke Werken en Stadsontwikkeling akkoord met het ontwerp-bestemmingsplan Natuurgebieden. Dat houdt in dat het Kinselmeer, de polder IJdoorn, het Goudriaankanaal en de Ransdorper, Holysloter en Uitdammer Die tot beschermd natuurgebied worden verklaard. In dit gebied mogen geen staan – en ligplaatsen komen voor caravans en woonarken. Ook worden speedboten in deze wateren geweerd. Nieuwe bebouwing wordt in en bij deze gebieden slechts bij uitzondering toegestaan.
Holysloot wordt in 1976 aangewezen als gemeentelijk beschermd dorps-gezicht en in 1991 als Rijksbeschermd gezicht. Daarmee kunnen ongewenste ontwikkelingen in het dorp worden tegengehouden en kunnen karakteristieke gebouwen worden beschermd.

Begin jaren ’80 wordt Waterland een van de vier gebieden in Nederland die het predikaat Nationaal Landschap krijgen. Jaarlijks wordt een bedrag van een
miljoen gulden uitgetrokken voor het verbeteren van de kwaliteiten van het landschap en de beschermde dorpsgezichten. Er worden subsidies verstrekt voor
hout- en schilderwerk. Daarnaast komt er geld voor de aanleg van recreatieve fiets- en wandelroutes en voor de veerpont in Holysloot.

Slee met dorpgezichten van de huisschilder van Holysloot Panos Sarafopoulos

Meer informatie

Boek Van Hoolesloot tot HolyslootHet boek
Voor meer informatie en bronvermeldingen verwijzen wij naar het boek “Van Hoolesloot tot Holysloot”.

Bijdragen aan de site
Heeft u aanvullende informatie over dit of andere onderwerpen, dan nodigen we u van harte uit om deze met ons te delen.
Ook beeldmateriaal is zeer welkom.

De redactie besluit uiteindelijk of uw bijdrage een passende plek vindt op de website.