Vandaag liep ik met mijn lief van west, via centrum, naar oost.
Over staalplaten met zand en water naar nieuwe bestrating.
Hier en daar naar binnen spiekend en alvast maar onze hand opstekend ter begroeting en met de beste wensen. Vaak ongezien en onbeantwoord.
De spiegeling van de ramen houdt ons buiten.
Na de kerk en het open veld worden we staande gehouden. “Zin in koffie? Kom even binnen.” Zullen we, of lopen we ons rondje zie ik mijn lief vragen in haar ogen.
Naast ons staat een buurvrouw waar we een stukje mee opliepen. Zie haar twijfel en zin.
“Ja, lekker” en via de achterdeur gaan we naar binnen.
Koffie, thee èn oliebollen worden voorgezet.
Het gesprek gaat letterlijk over koeien en kalveren. Over vakantiehuizen. Over naam oorsprongen. Over mensen met lichamelijke beperkingen die zin hebben in het leven. En over kleinkinderen die succesvol zijn in onze verbindende sport op glad ijs.
Op uitnodiging wordt er door het huis rondgeleid voor wie het nog niet kent.
Ondertussen praten tafelgenoten over oorsprong en herbouw van de kerk in het centrum. Van voor en na de reformatie.
We helpen de laatste oliebollen naar hun laatste bestemming en gaan ombeurten ons weegs. Even wachtend op de laatste druppels en jas aan.
Op ons rondje door de polder groeten we onze buren uit oost. Vast door ons geïnspireerd tot het halen van en frisse neus.
We lopen met goed gevoel verder het nieuwe jaar in.
© PH Mastboom – jan. ’24